Pseudoachondroplasie

Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Pseudoachondroplasie bij de Ovitz familie (1944).

Pseudoachondroplasie (ook bekend als PSACH, pseudoachondroplastische dysplasie en pseudoachondroplastisch spondylo-epifysaire dysplasie-syndroom) is een osteochondrodysplasie die leidt tot milde tot kortgestalte als gevolg van remming van de skeletgroei, voornamelijk in de ledematen.[1] Pseudoachondroplasie is een erfelijke stoornis in de botgroei.[2] Het is een genetische autosomaal dominante aandoening. Meestal wordt het pas ontdekt rond de leeftijd van 2-3 jaar, omdat de groei aanvankelijk normaal is. Pseudoachondroplasie wordt doorgaans voor het eerst opgemerkt door een afname van lineaire groei in vergelijking met leeftijdsgenoten, een waggelende gang of opkomende misvormingen van de onderste ledematen.[1]

Hoewel gelijkenissen in benaming verwarring kunnen veroorzaken, mag pseudoachondroplasie niet verward worden met achondroplasie, wat een klinisch en genetisch onderscheiden en de meest voorkomende skeletdysplasie is. Pseudoachondroplasie wordt veroorzaakt door een heterozygote mutatie in het gen dat het cartilage oligomeric matrix protein (COMP) codeert. Een mutatie in het COMP-gen kan ook multiple epifysaire dysplasie veroorzaken. Ondanks de radioklinische overeenkomsten tussen pseudoachondroplasie en multiple epifysaire dysplasie, is de laatste minder ernstig.[3]

Symptonen

Röntgenfoto van een patiënt met pseudoachondroplasie.

Symptomen van pseudoachondroplasie omvatten disproportionele kortgestalte, misvormingen van de onderste ledematen, korte vingers en laxiteit van de ligamenten. De gemiddelde lengte van volwassen mannen met de aandoening is ongeveer 120 centimeter, terwijl volwassen vrouwen typisch rond de 116 cm zijn. Getroffen personen zijn bij de geboorte niet opvallend kort. Patiënten met pseudoachondroplasie vertonen loopstoornissen, misvormingen van de onderste ledematen of een vertraagde groeisnelheid die kenmerkend optreedt op 2-3 jarige leeftijd. [1][4][5]

Diagnose

De exacte diagnose van pseudoachondroplasie blijft grotendeels gebaseerd op een nauwkeurige anamnese, met de karakteristieke klinische en radiografische skeleteigenschappen.[1][4] Genetische diagnose is gebaseerd op DNA-sequencing. Omdat plasma COMP-niveaus aanzienlijk verminderd zijn bij patiënten met COMP-mutaties, zoals pseudoachondroplasie, is het meten van plasma COMP-niveaus een betrouwbare methode geworden voor het diagnosticeren van deze en pathofysiologisch vergelijkbare aandoeningen.[6]

Erfelijkheid

Pseudoachondroplasie wordt overgeërfd op een autosomaal dominante manier, hoewel één geval van een zeer zeldzame autosomaal recessieve vorm is gedocumenteerd. Nakomelingen van getroffen personen hebben 50% kans om het gemuteerde allel te erven. Prenatale tests via moleculair genetisch onderzoek zijn beschikbaar als de ziekteveroorzakende mutatie is geïdentificeerd bij een getroffen familielid. [7][8]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. a b c d Gamal, Radwa, Elsayed, Solaf M., EL-Sobky, Tamer Ahmed, Elabd, Heba Salah (1 maart 2017). Pseudoachondroplasia in a child: The role of anthropometric measurements and skeletal imaging in differential diagnosis. The Egyptian Journal of Radiology and Nuclear Medicine 48 (1): 245–250. ISSN:0378-603X. DOI:10.1016/j.ejrnm.2016.10.007.
  2. (en) Pseudoachondroplasia: MedlinePlus Genetics. medlineplus.gov. Geraadpleegd op 23 november 2023.
  3. (en) [https://www.omim.org/entry/132400 Entry - #132400 - EPIPHYSEAL DYSPLASIA, MULTIPLE, 1; EDM1 - OMIM]. www.omim.org. Geraadpleegd op 23 november 2023.
  4. a b (en) Moosa, Shahida, Nishimura, Gen (11 juni 2013). Pseudoachondroplasia: Report on a South African family. South African Journal of Radiology 17 (2): 65–67. ISSN:2078-6778
  5. Jackson, Gail C, Mittaz-Crettol, Laureane, Taylor, Jacqueline A, Mortier, Geert R, Spranger, Juergen (2012-1). Pseudoachondroplasia and Multiple Epiphyseal Dysplasia: A 7-Year Comprehensive Analysis of the Known Disease Genes Identify Novel and Recurrent Mutations and Provides an Accurate Assessment of Their Relative Contribution. Human Mutation 33 (1): 144–157. ISSN:1059-7794. PMID: 21922596. PMC: 3272220. DOI:10.1002/humu.21611.
  6. (en) Tufan, A. Cevik, Satiroglu-Tufan, N. Lale, Jackson, Gail C., Semerci, C. Nur, Solak, Savas (2007-10). Serum or plasma cartilage oligomeric matrix protein concentration as a diagnostic marker in pseudoachondroplasia: differential diagnosis of a family. European Journal of Human Genetics 15 (10): 1023–1028. ISSN:1476-5438. DOI:10.1038/sj.ejhg.5201882.
  7. (en) El-Sobky, Tamer A., Shawky, Rabah M., Sakr, Hossam M., Elsayed, Solaf M., Elsayed, Nermine S. (1 april 2017). A systematized approach to radiographic assessment of commonly seen genetic bone diseases in children: A pictorial review. Journal of Musculoskeletal Surgery and Research 1: 25. ISSN:2589-1219. DOI:10.4103/jmsr.jmsr_28_17.
  8. (en) Adelson, Betty M. (1 augustus 2005). Dwarfism: Medical and Psychosocial Aspects of Profound Short Stature. JHU Press. ISBN 978-1-4214-0366-3.